10 vragen over zon ... zomer, zwanger en zo

100 x ZON - deel 2 met praktische tips, waar je de zomer goed mee kunt inluiden! 
Onderwerpen als veilig van de zon genieten als je zwanger bent, hoe bescherm je je kind optimaal en wat te doen als toch je verbrand bent.
Deze tweede maand is het thema “zon, zomer, zwanger en zo”.

11. Hoe geniet ik veilig van de zon tijdens mijn zwangerschap?

Je mag gerust zonnen als je zwanger bent - de gangbare zonnetips (zie de eerste 10 vragen) in acht nemende - toch is er een aantal aandachtspunten:

  • Als een vrouw zwanger is dan is de hormoonhuishouding sterk veranderd en dat leidt in het algemeen tot versterking van de huidpigmentatie. Bij sommige vrouwen kunnen zich onregelmatige pigmentvlekken in het gezicht ontwikkelen. Dit noemt men zwangerschapsmasker (in het Latijn: melasma). Deze bruine verkleuringen kunnen heel ontsierend zijn en het vervelende is, dat die pigmentvlekken bij sommige vrouwen heel lang (zelfs tot enkele jaren na de bevalling) nog aanwezig kunnen zijn. Bij 70% van de vrouwen verdwijnt het zwangerschapsmasker volledig binnen één jaar na de bevalling. Je kunt controleren of je gevoelig bent voor het optreden van een zwangerschapsmasker door de eerste paar keer heel kort in de zon te gaan zitten. Als je maar de minste vlekkerige verkleuring in je gezicht bemerkt, houd je gezicht dan uit de zon. De pigmentveranderingen die niet onder invloed van de zon optreden, kun je niet voorkomen. De andere pigmentveranderingen wel, door niet te zonnen (ook niet onder de zonnebank) of door je huid in te smeren met een anti-zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor (SPF). Heb je eenmaal pigmentvlekken, dan kun je ze eventueel met make-up camoufleren.
  • Sommige zwangere vrouwen kunnen warmte en zon minder goed verdragen. Luister naar je eigen lichaam en ga tijdig uit de zon.
  • Als je buik al wat dikker is, stel deze dan niet te lang aan de zon bloot. Een dikke buik verbrandt sneller. Leg er een handdoek over of trek een T-shirt aan.
  • De invloed van de ultraviolette stralen, waar zonlicht voor een deel uit bestaat, op de foetus zijn heel gering. Deze stralen kaatsen niet op de huid af, maar dringen (bij in acht nemen van gangbare zonnetips) deels de opperhuid in. In die opperhuid doen ze hun werk. Wat ze precies doen en op welke diepte, hangt af van de golflengte van de straling (zie ook de eerste 10 vragen). De indringdiepte van de ultraviolette straling is echter zo gering dat een foetus geen enkel risico loopt hiermee in aanraking te komen. Vanaf de 7e maand kan de foetus zien. Het is niet bekend hoe de foetus hierop reageert, maar je kan te fel licht op je buik vermijden door er tijdens het zonnen bijvoorbeeld een handdoek overheen te leggen of een T-shirt aan te trekken.

12. Hoe bescherm ik mijn baby tegen de zon?

De huid van je baby is anders dan die van jou. De zweetkliertjes zijn nog niet helemaal ontwikkeld en de huid is dunner. Ook maakt je kind nog nauwelijks melanine aan, de natuurlijke bescherming van de huid. De kans op verbranding is dus erg groot. Voorkom blootstelling aan de zon bij baby’s jonger dan 1 jaar.
Laat je kind van 1 of 2 jaar in de zomer niet onbeschermd in de zon en houd het tussen 11.00 en 15.00 uur uit de zon.

Naast het insmeren met anti-zonnebrandmiddel kan je je baby extra beschermen met (UV-) kleding, petjes en hoedjes. Zorg ook dat je baby voldoende drinkt.

Zet kinderwagen, box, zandbak en badje altijd in de schaduw of onder een parasol.

Houd er rekening mee dat zand en water UV-straling weerkaatsen: de straling is hierdoor intensiever.

13. Hoe bescherm en leer ik mijn kind zich te beschermen tegen de zon?

Voor kinderen gelden andere regels dan bij volwassenen, omdat de huid op jonge leeftijd kwetsbaarder is.
Tot hun vierde ontbreekt melanine - de natuurlijke bescherming van de huid - vrijwel helemaal.
Daarnaast zijn hun huidcellen extra kwetsbaar: doordat kinderen in de groei zijn, gaat celdeling bij hen snel.
Daardoor kunnen niet alle beschadigde huidcellen herstellen voordat ze zich weer gaan delen.
Huidschade die in de vroege kinderjaren wordt veroorzaakt, kan niet worden teruggedraaid als men volwassen is.

Leeftijd Advies
Baby’s jonger dan 1 jaar

voorkom blootstelling aan de zon. Houd baby’s zo veel mogelijk in de schaduw.

Kinderen van 1 tot 3 jaar

vanaf het tweede levensjaar kunnen jonge kinderen met blote armen en benen in de zon komen, maar enkel voor korte periodes en niet tussen 11.00 en 15.00 uur, wanneer de zon het felst schijnt. De rest van het lichaam en het hoofd moeten zeker beschermd worden met (UV-)kleding en een hoedje/petje. De lichaamsdelen die wel aan het   zonlicht worden blootgesteld, moeten rijkelijk worden ingesmeerd met een anti-zonnebrandmiddel met hoge of zeer hoge beschermingsfactor (SPF van minimaal 30) en UV-A-bescherming.

Kinderen van 3 tot 9 jaar

voordat kinderen in de zon lopen of in het water spelen, moeten ze worden ingesmeerd met een waterbestendig anti-zonnebrandmiddel met een hoge of zeer hoge bescherming (SPF van minimaal 30) en UV-A-bescherming en dit dient regelmatig (minstens om de 2 uur) herhaald te worden en altijd na iedere zwembeurt of bij overmatig zweten. Bij felle zon is het advies om kinderen ook een T-shirt en een hoedje/petje te laten dragen.

Kinderen van 9 tot 12 jaar

kinderen kunnen de helft van de tijd van een volwassene in de zon zitten met dezelfde bescherming: dus halveer de   tijd of gebruik een tweemaal zo sterke beschermingsfactor (minimaal SPF 30) en UV-A-bescherming.

Kinderen van 12 tot 16 jaar

in deze leeftijdscategorie kan de zonnebescherming geleidelijk worden aangepast zodat deze vanaf 16 jaar gelijk is aan volwassenen. Adviseer je tiener zich op de juiste manier te beschermen tegen de zon.

Zonnetips voor de optimale bescherming van je kind tijdens blootstelling aan de zon:

  • Kinderen met een gevoelige huid met veel moedervlekken lopen meer kans op verbranden en daardoor een verhoogde kans op huidkanker op latere leeftijd, zij dienen zich extra te beschermen met een anti-zonnebrandmiddel met een zeer hoge factor en alle extra maatregelen zoals hierboven beschreven.
  • Smeer je kind 30 minuten voor het naar buiten gaan in
  • Smeer je kind op een zonnige dag ook voordat het naar school gaat in. Vergeet schoolreisjes, schoolkampen en sportdagen niet.
  • Herhaal het insmeren iedere 2 uur en altijd na iedere zwembeurt of bij overmatig zweten.
  • Wees niet zuinig met anti-zonnebrand, maar smeer een dikke laag en vergeet de lippen, oren en de voeten niet!
  • Bescherm de huid met bijvoorbeeld een (UV-werende)T-shirt met mouwen.
  • Sommige kleding laat nog UV-straling door. Als je zeker wilt zijn van de bescherming tegen de zon, kies dan UV-werende kleding; gebruik droge kleding, natte kleding stretchen meer en geven daardoor minder bescherming
  • Hoedjes of petjes helpen hoofd en nek beschermen.
  • Zet kinderwagen, box, zandbak en badje altijd in de schaduw of onder een parasol. Houd er rekening mee dat zand en water UV-straling weerkaatsen. De straling is hierdoor intensiever.
  • Zoek tussen 11.00 uur en 15.00 uur de schaduw op. De zon is dan het schadelijkst. Gebruik als regel: "Als jouw schaduw langer is dan dat jij bent, dan ben je (ingesmeerd) veilig voor de zon, is jouw schaduw korter dan jouw lengte dan kan de zon je (ingesmeerd) verbranden".
  • Geef kinderen alleen een zonnebril op die voldoet aan bepaalde eisen (CE-logo), andere (speelgoed) zonnebrillen doen meer kwaad dan goed.

Zie ook de website van de campagne ‘smeren – kleren – weren’ van KWF Kankerbestrijding.

Er zijn veel initiatieven vanuit stichtingen en producenten die zich inspannen rondom het thema “educatie en bewust maken van het belang van zonbescherming bij ouders en kinderen”. Eén voorbeeld is het boek van Stichting Melanoom: Dikkie Dik en de smeerpoes.

14. Kunnen kinderen ook anti-zonnebrandmiddel gebruiken die niet speciaal voor kinderen zijn?

Bij anti-zonnebrandmiddelen gaat het om de bescherming tegen UV-B en UV-A: voor kinderen dient de beschermingsfactor (SPF) zeer hoog te zijn (ongeacht het huidtype): 30 of hoger.
De SPF (Sun Protection Factor) is vastgelegd in een maatsysteem volgens de Europese richtlijnen en wordt in alle Europese landen en in vele andere landen toegepast.

Een SPF 50 is dus altijd SPF 50: in zowel een product voor volwassenen als in een product voor kinderen. Er is geen wezenlijk verschil, wel kunnen er kleine verschillen zijn zoals de parfumering (andere, lager of geen), waterproof of niet, conserveermiddelen, kleur, gebruiksgemak, enzovoort.

15. Wat betekent de term “waterproof" op een anti-zonnebrandmiddel precies?

“Waterproof” of “water resistant” betekent bij een anti-zonnebrandmiddel dat het na het zwemmen beter op de huid blijft zitten dan een anti-zonnebrandmiddel zonder deze vermelding. Net als bij alle cosmeticaproducten moet een claim door de
fabrikant worden onderbouwd.

Om deze watervastheid vast te kunnen stellen, heeft de Europese Cosmetica Vereniging een testmethode gepubliceerd (Guidelines for Evaluating Sun Product Water Resistance).

In de testmethode staat dat de zogenaamde “natte” en “droge” SPF worden vergeleken. Met deze methode kan op gestandaardiseerde wijze een claim over de SPF bescherming na contact met water onderbouwd worden.

Fabrikanten adviseren op de verpakking van anti-zonnebrandmiddelen (ook waterproof) dat je regelmatig opnieuw moet insmeren, vooral wanneer je veel transpireert en na het zwemmen of afdrogen.

16. Kan ik ook te veel smeren?

Onderzoek toont aan dat consumenten over het algemeen onvoldoende smeren, waardoor de bescherming minder is dan op het product is aangegeven.

Om de bescherming te krijgen die het anti-zonnebrandmiddel belooft te geven, dien je het product vrij dik op de huid aan te brengen.

Dermatoloog Dr. Ellen de Haas “Smeer net zo dik als pindakaas op je boterham.
Lekker dik dus. Om goed beschermd te zijn is het belangrijk voldoende van het anti-zonnebrandmiddel aan te brengen en dat regelmatig te herhalen, met name na zwemmen, afdrogen en bij veel transpireren.

Bescherm gevoelige zones, zoals neus, oren, nek, witte randjes extra.
Met een flesje van 200 ml kan je je ongeveer 6x van top tot teen insmeren.”

Welke vorm van anti-zonnebrandmiddel je ook gebruikt (spray, mousse, milk, enzovoort): bij het aanbrengen van een dunnere laag betekent het automatisch vaker aanbrengen.

Te veel smeren is in principe niet mogelijk.

mr dr Ellen de Haas MBA, dermatoloog in het Erasmus MC

17. Is smeren slecht voor de aanmaak van vitamine D?

Anti-zonnebrandmiddel met beschermingsfactor SPF 15 zorgt ervoor dat de aanmaak van vitamine D in de huid bijna volledig geremd wordt.
Lange tijd werd daarom gedacht dat door veel smeren een tekort aan vitamine D zou kunnen optreden.
Uit onderzoek blijkt echter dat dit onterecht is.

Een persoon (ook een kind) met blanke huidskleur maakt al binnen 10-15 minuten per dag een maximale hoeveelheid vitamine D aan, bij blootstelling van hoofd en handen. Even buiten spelen, lopen of fietsen is al genoeg.

Let wel, langer in de zon is voor je dagelijkse vitamine D aanmaak niet nodig.

Bij mensen met een donkere huidskleur is de aanmaak van vitamine D in de huid door zon veel lager. Zij zijn voor voldoende vitamine D meer aangewezen op voeding en supplementen.

18. Wat is de optimale manier om een anti-zonnebrandmiddel aan te brengen?

Een anti-zonnebrandmiddel werkt pas (goed) als het op de juiste manier wordt aangebracht. Vaak wordt er te dun gesmeerd en worden plekken overgeslagen.

Lees ook de gebruiksinstructies op het product zelf. Hierbij enkele aanwijzingen hoe je een anti-zonnebrandmiddel het beste kunt aanbrengen (uitgaande van het juiste anti-zonnebrandmiddel: afhankelijk van huidtype en blootstelling – zie eerste 10 vragen:

  • Smeer voldoende op je huid. Over het algemeen geldt dat optimale bescherming bij een volwassenen wordt bereikt als er minstens 30 ml per smeerbeurt wordt aangebracht. 
  • Smeer je 30 minuten voordat je de zon ingaat in, zodat het goed in de huid kan trekken.
  • Herhaal het insmeren regelmatig, in ieder geval elke twee uur opnieuw (vaker als je zweet) en meteen nadat je uit het water komt en na het afdrogen (ook als je een waterproof product gebruikt).
  • Zorg dat alle delen van je huid die met de zon in aanraking komen, zijn ingesmeerd. Vaak vergeten zones zijn: oren, voeten, knieholten, voorhoofd bij de haaraanzet, onderkant schouderbladen, bikinirandjes en handen.
    Ook je lippen dienen beschermd te zijn met een speciale anti-zonnebrandstick/balsem tegen de zon.
  • Gebruik ook als je in de schaduw zit een anti-zonnebrandmiddel.

Nog even dit: anti-zonnebrandmiddelen bieden geen totale bescherming.
Ieder product laat een deel van de UV-straling door.
Anti-zonnebrandmiddelen mogen dan ook niet beschouwd worden als een middel om langer in de zon te blijven.

19. Gebruik ik tijdens mijn zonvakantie aan de Middellandse zee of de tropen dezelfde zonbescherming als in Nederland?

De zonnetips gelden zeker ook voor vakanties. Afhankelijk van de reisbestemming kan de intensiteit van de zonkracht afwijken van die van in Nederland. De zonkracht is afhankelijk van de geografische situatie, de hoogte, de periode van het jaar, het tijdstip van de dag, de weersomstandigheden en de weerkaatsing van zonlicht. Hoe sterker de zonkracht, hoe groter de kans op verbranding. Het gebruik van een anti-zonnebrandmiddel met een (zeer) hoge bescherming is dan aan te raden. UV-straling neemt toe door weerkaatsing via zand, water, verse sneeuw of ijs. Dit is de reden waarom je op een zonnige wintersportdag en op een stranddag sneller verbrandt.

In bijvoorbeeld Spanje is de zonkracht veel sterker dan in Nederland. De zonkracht komt in Nederland zelden boven 7, in Spanje tijdens de zomer is dit ’s middags makkelijk 10 - 12 en dien je je bij aanzienlijke blootstelling aan de zon te beschermen met een anti-zonnebrandmiddel met een zeer hoge bescherming.

In de tropen ben je dichterbij de evenaar en is er extreme blootstelling aan UV-straling. Het is altijd zomer en de intensiteit van de middagzon is extreem hoog, zonkracht van 20 kan worden gehaald. Gebieden waar de ozonlaag dunner is hebben ook een hogere zonkracht, zoals in Nieuw-Zeeland en Australië, waar regelmatig een zonkracht 14 - 15 gemeten wordt. In deze omstandigheden dienen producten met zeer hoge bescherming te worden gebruikt en zeer regelmatig opnieuw te worden aangebracht. Het kan verstandig zijn in deze omstandigheden een waterproof product te gebruiken.

 

20. Wat zijn de do’s en don’ts bij een verbrande huid?

Allereerst wat theorie met betrekking tot verbranding door de zon.
De Latijnse benaming voor zonnebrand is “dermatitis solaris”. 
Verbranding door de zon wordt gekenmerkt door roodheid, warmte, zwelling en pijn.
In de lichtste gevallen zal alleen roodheid optreden.
Deze verschijnselen treden meestal enkele uren nadat de huid verbrand is op.
Bij grotere schade kunnen ook zwelling en blaren optreden.
Bij zeer ernstige zonverbrandingen kan zelfs koorts, misselijkheid, hartkloppingen, hoofdpijn en braken optreden.

De rode huid geeft aan dat de huid beschadigd is door overmatige blootstelling aan UV-stralen en herstel is noodzakelijk.
De roodheid komt doordat de bloedvaten wijder worden. Daarnaast zal de huid vocht verliezen, waardoor een trekkerig gevoel kan optreden.

Als de huid vaker wordt blootgesteld aan UV-stralen, zal deze zich aanpassen: door een dikker wordende epidermis (bovenste huidlaag) en pigmentatie van de huid (bruining van de huid).
Het bruiningsproces is het natuurlijke beschermingsmechanisme van de huid: het pigment wordt gebruikt om te voorkomen dat UV-stralen dieper in de huid doordringen en ons DNA beschadigen.
Bij een bruine huid is er altijd schade aan cellen of DNA opgetreden.

Het lichaam kan regelmatige blootstelling wel oplossen als het slechts om een lichte beschadiging gaat, wanneer het lichaam wordt blootgesteld aan meer zonlicht dan het kan repareren, ontstaat serieuze schade. Hoe vaker je verbrand bent, des te groter is de kans op huidkanker.

Vervellen na verbranding is een manier van het lichaam om beschadigde cellen kwijt te raken, die weer worden vervangen door nieuwe cellen. Deze massale verwijdering van cellen kan ertoe leiden dat je lappen vel van je lichaam kunt trekken.

Do’s

+        Bescherm jezelf, zon verstandig, verbrand niet.

+        Breng na het zonnen verzorgende aftersun aan.

+        Ga direct uit de zon als je merkt dat je aan het verbranden bent: bij voorkeur binnen.

+        Drink veel water om dehydratatie tegen te gaan.

+        Koel de verbrande huid: met een natte doek, bad of zachte douche – zorg dat het water kouder dan lauw is.

+        Dep je huid zachtjes droog in plaats van te wrijven.

+        Zorg voor lichte, luchtige niet-schurende en niet-knellende kledij.

+        Laat eventuele blaren heel, want als ze opengaan kan er een infectie optreden. Meestal helen ze vanzelf.

+        Gebruik indien nodig een pijnstiller tegen de pijn (bijvoorbeeld paracetamol).

+        Blijf als je last hebt van hoofdpijn binnen, in een koele ruimte en zorg ervoor dat je genoeg drinkt.

+        Blijf bij grote schade zeker een week uit de zon, zodat de huid kan herstellen.

Don’ts

-       Vermijd de zon zo lang de huid rood is, bij lichte verbranding minimaal 3 dagen (langer is beter!).

-       Vermijd onderkoeling (geen ijs zonder beschermlaag op de huid leggen).

-       Vermijd vettige en olieachtige producten, want die kunnen ervoor zorgen dat de huid niet kan koelen, waardoor
        de verbranding alleen maar erger kan worden.

 

Raadpleeg de huisarts als je veel blaren hebt, als een groot deel van de huid gezwollen is of als je te maken krijgt met ziekteverschijnselen, zoals koorts, koude rillingen, duizeligheid, braken, misselijkheid, hoofdpijn of hartkloppingen.

 

teksten kunnen zonder toestemming worden overgenomen mits met bronvermelding

Wij gebruiken cookies om uw gebruikerservaring te verbeteren.
Door dit aan te vinken, wordt er een cookie geplaatst om de popup te verbergen. Deze cookie bevat geen persoonlijke informatie

Ik accepteer het gebruik van cookies