100 x ZON - deel 2 met praktische tips, waar je de zomer goed mee kunt inluiden!
Onderwerpen als veilig van de zon genieten als je zwanger bent, hoe bescherm je je kind optimaal en wat te doen als toch je verbrand bent.
Deze tweede maand is het thema “zon, zomer, zwanger en zo”.
Je mag gerust zonnen als je zwanger bent - de gangbare zonnetips (zie de eerste 10 vragen) in acht nemende - toch is er een aantal aandachtspunten:
De huid van je baby is anders dan die van jou. De zweetkliertjes zijn nog niet helemaal ontwikkeld en de huid is dunner. Ook maakt je kind nog nauwelijks melanine aan, de natuurlijke bescherming van de huid. De kans op verbranding is dus erg groot. Voorkom blootstelling aan de zon bij baby’s jonger dan 1 jaar.
Laat je kind van 1 of 2 jaar in de zomer niet onbeschermd in de zon en houd het tussen 11.00 en 15.00 uur uit de zon.
Naast het insmeren met anti-zonnebrandmiddel kan je je baby extra beschermen met (UV-) kleding, petjes en hoedjes. Zorg ook dat je baby voldoende drinkt.
Zet kinderwagen, box, zandbak en badje altijd in de schaduw of onder een parasol.
Houd er rekening mee dat zand en water UV-straling weerkaatsen: de straling is hierdoor intensiever.
Voor kinderen gelden andere regels dan bij volwassenen, omdat de huid op jonge leeftijd kwetsbaarder is.
Tot hun vierde ontbreekt melanine - de natuurlijke bescherming van de huid - vrijwel helemaal.
Daarnaast zijn hun huidcellen extra kwetsbaar: doordat kinderen in de groei zijn, gaat celdeling bij hen snel.
Daardoor kunnen niet alle beschadigde huidcellen herstellen voordat ze zich weer gaan delen.
Huidschade die in de vroege kinderjaren wordt veroorzaakt, kan niet worden teruggedraaid als men volwassen is.
Leeftijd | Advies |
Baby’s jonger dan 1 jaar |
voorkom blootstelling aan de zon. Houd baby’s zo veel mogelijk in de schaduw. |
Kinderen van 1 tot 3 jaar |
vanaf het tweede levensjaar kunnen jonge kinderen met blote armen en benen in de zon komen, maar enkel voor korte periodes en niet tussen 11.00 en 15.00 uur, wanneer de zon het felst schijnt. De rest van het lichaam en het hoofd moeten zeker beschermd worden met (UV-)kleding en een hoedje/petje. De lichaamsdelen die wel aan het zonlicht worden blootgesteld, moeten rijkelijk worden ingesmeerd met een anti-zonnebrandmiddel met hoge of zeer hoge beschermingsfactor (SPF van minimaal 30) en UV-A-bescherming. |
Kinderen van 3 tot 9 jaar |
voordat kinderen in de zon lopen of in het water spelen, moeten ze worden ingesmeerd met een waterbestendig anti-zonnebrandmiddel met een hoge of zeer hoge bescherming (SPF van minimaal 30) en UV-A-bescherming en dit dient regelmatig (minstens om de 2 uur) herhaald te worden en altijd na iedere zwembeurt of bij overmatig zweten. Bij felle zon is het advies om kinderen ook een T-shirt en een hoedje/petje te laten dragen. |
Kinderen van 9 tot 12 jaar |
kinderen kunnen de helft van de tijd van een volwassene in de zon zitten met dezelfde bescherming: dus halveer de tijd of gebruik een tweemaal zo sterke beschermingsfactor (minimaal SPF 30) en UV-A-bescherming. |
Kinderen van 12 tot 16 jaar |
in deze leeftijdscategorie kan de zonnebescherming geleidelijk worden aangepast zodat deze vanaf 16 jaar gelijk is aan volwassenen. Adviseer je tiener zich op de juiste manier te beschermen tegen de zon. |
Zonnetips voor de optimale bescherming van je kind tijdens blootstelling aan de zon:
Zie ook de website van de campagne ‘smeren – kleren – weren’ van KWF Kankerbestrijding.
Er zijn veel initiatieven vanuit stichtingen en producenten die zich inspannen rondom het thema “educatie en bewust maken van het belang van zonbescherming bij ouders en kinderen”. Eén voorbeeld is het boek van Stichting Melanoom: Dikkie Dik en de smeerpoes.
Bij anti-zonnebrandmiddelen gaat het om de bescherming tegen UV-B en UV-A: voor kinderen dient de beschermingsfactor (SPF) zeer hoog te zijn (ongeacht het huidtype): 30 of hoger.
De SPF (Sun Protection Factor) is vastgelegd in een maatsysteem volgens de Europese richtlijnen en wordt in alle Europese landen en in vele andere landen toegepast.
Een SPF 50 is dus altijd SPF 50: in zowel een product voor volwassenen als in een product voor kinderen. Er is geen wezenlijk verschil, wel kunnen er kleine verschillen zijn zoals de parfumering (andere, lager of geen), waterproof of niet, conserveermiddelen, kleur, gebruiksgemak, enzovoort.
“Waterproof” of “water resistant” betekent bij een anti-zonnebrandmiddel dat het na het zwemmen beter op de huid blijft zitten dan een anti-zonnebrandmiddel zonder deze vermelding. Net als bij alle cosmeticaproducten moet een claim door de
fabrikant worden onderbouwd.
Om deze watervastheid vast te kunnen stellen, heeft de Europese Cosmetica Vereniging een testmethode gepubliceerd (Guidelines for Evaluating Sun Product Water Resistance).
In de testmethode staat dat de zogenaamde “natte” en “droge” SPF worden vergeleken. Met deze methode kan op gestandaardiseerde wijze een claim over de SPF bescherming na contact met water onderbouwd worden.
Fabrikanten adviseren op de verpakking van anti-zonnebrandmiddelen (ook waterproof) dat je regelmatig opnieuw moet insmeren, vooral wanneer je veel transpireert en na het zwemmen of afdrogen.
Onderzoek toont aan dat consumenten over het algemeen onvoldoende smeren, waardoor de bescherming minder is dan op het product is aangegeven.
Om de bescherming te krijgen die het anti-zonnebrandmiddel belooft te geven, dien je het product vrij dik op de huid aan te brengen.
Dermatoloog Dr. Ellen de Haas “Smeer net zo dik als pindakaas op je boterham.
Lekker dik dus. Om goed beschermd te zijn is het belangrijk voldoende van het anti-zonnebrandmiddel aan te brengen en dat regelmatig te herhalen, met name na zwemmen, afdrogen en bij veel transpireren.
Bescherm gevoelige zones, zoals neus, oren, nek, witte randjes extra.
Met een flesje van 200 ml kan je je ongeveer 6x van top tot teen insmeren.”
Welke vorm van anti-zonnebrandmiddel je ook gebruikt (spray, mousse, milk, enzovoort): bij het aanbrengen van een dunnere laag betekent het automatisch vaker aanbrengen.
Te veel smeren is in principe niet mogelijk.
Anti-zonnebrandmiddel met beschermingsfactor SPF 15 zorgt ervoor dat de aanmaak van vitamine D in de huid bijna volledig geremd wordt.
Lange tijd werd daarom gedacht dat door veel smeren een tekort aan vitamine D zou kunnen optreden.
Uit onderzoek blijkt echter dat dit onterecht is.
Een persoon (ook een kind) met blanke huidskleur maakt al binnen 10-15 minuten per dag een maximale hoeveelheid vitamine D aan, bij blootstelling van hoofd en handen. Even buiten spelen, lopen of fietsen is al genoeg.
Let wel, langer in de zon is voor je dagelijkse vitamine D aanmaak niet nodig.
Bij mensen met een donkere huidskleur is de aanmaak van vitamine D in de huid door zon veel lager. Zij zijn voor voldoende vitamine D meer aangewezen op voeding en supplementen.
Een anti-zonnebrandmiddel werkt pas (goed) als het op de juiste manier wordt aangebracht. Vaak wordt er te dun gesmeerd en worden plekken overgeslagen.
Lees ook de gebruiksinstructies op het product zelf. Hierbij enkele aanwijzingen hoe je een anti-zonnebrandmiddel het beste kunt aanbrengen (uitgaande van het juiste anti-zonnebrandmiddel: afhankelijk van huidtype en blootstelling – zie eerste 10 vragen:
Nog even dit: anti-zonnebrandmiddelen bieden geen totale bescherming.
Ieder product laat een deel van de UV-straling door.
Anti-zonnebrandmiddelen mogen dan ook niet beschouwd worden als een middel om langer in de zon te blijven.
De zonnetips gelden zeker ook voor vakanties. Afhankelijk van de reisbestemming kan de intensiteit van de zonkracht afwijken van die van in Nederland. De zonkracht is afhankelijk van de geografische situatie, de hoogte, de periode van het jaar, het tijdstip van de dag, de weersomstandigheden en de weerkaatsing van zonlicht. Hoe sterker de zonkracht, hoe groter de kans op verbranding. Het gebruik van een anti-zonnebrandmiddel met een (zeer) hoge bescherming is dan aan te raden. UV-straling neemt toe door weerkaatsing via zand, water, verse sneeuw of ijs. Dit is de reden waarom je op een zonnige wintersportdag en op een stranddag sneller verbrandt.
In bijvoorbeeld Spanje is de zonkracht veel sterker dan in Nederland. De zonkracht komt in Nederland zelden boven 7, in Spanje tijdens de zomer is dit ’s middags makkelijk 10 - 12 en dien je je bij aanzienlijke blootstelling aan de zon te beschermen met een anti-zonnebrandmiddel met een zeer hoge bescherming.
In de tropen ben je dichterbij de evenaar en is er extreme blootstelling aan UV-straling. Het is altijd zomer en de intensiteit van de middagzon is extreem hoog, zonkracht van 20 kan worden gehaald. Gebieden waar de ozonlaag dunner is hebben ook een hogere zonkracht, zoals in Nieuw-Zeeland en Australië, waar regelmatig een zonkracht 14 - 15 gemeten wordt. In deze omstandigheden dienen producten met zeer hoge bescherming te worden gebruikt en zeer regelmatig opnieuw te worden aangebracht. Het kan verstandig zijn in deze omstandigheden een waterproof product te gebruiken.
Allereerst wat theorie met betrekking tot verbranding door de zon.
De Latijnse benaming voor zonnebrand is “dermatitis solaris”.
Verbranding door de zon wordt gekenmerkt door roodheid, warmte, zwelling en pijn.
In de lichtste gevallen zal alleen roodheid optreden.
Deze verschijnselen treden meestal enkele uren nadat de huid verbrand is op.
Bij grotere schade kunnen ook zwelling en blaren optreden.
Bij zeer ernstige zonverbrandingen kan zelfs koorts, misselijkheid, hartkloppingen, hoofdpijn en braken optreden.
De rode huid geeft aan dat de huid beschadigd is door overmatige blootstelling aan UV-stralen en herstel is noodzakelijk.
De roodheid komt doordat de bloedvaten wijder worden. Daarnaast zal de huid vocht verliezen, waardoor een trekkerig gevoel kan optreden.
Als de huid vaker wordt blootgesteld aan UV-stralen, zal deze zich aanpassen: door een dikker wordende epidermis (bovenste huidlaag) en pigmentatie van de huid (bruining van de huid).
Het bruiningsproces is het natuurlijke beschermingsmechanisme van de huid: het pigment wordt gebruikt om te voorkomen dat UV-stralen dieper in de huid doordringen en ons DNA beschadigen.
Bij een bruine huid is er altijd schade aan cellen of DNA opgetreden.
Het lichaam kan regelmatige blootstelling wel oplossen als het slechts om een lichte beschadiging gaat, wanneer het lichaam wordt blootgesteld aan meer zonlicht dan het kan repareren, ontstaat serieuze schade. Hoe vaker je verbrand bent, des te groter is de kans op huidkanker.
Vervellen na verbranding is een manier van het lichaam om beschadigde cellen kwijt te raken, die weer worden vervangen door nieuwe cellen. Deze massale verwijdering van cellen kan ertoe leiden dat je lappen vel van je lichaam kunt trekken.
Do’s
+ Bescherm jezelf, zon verstandig, verbrand niet.
+ Breng na het zonnen verzorgende aftersun aan.
+ Ga direct uit de zon als je merkt dat je aan het verbranden bent: bij voorkeur binnen.
+ Drink veel water om dehydratatie tegen te gaan.
+ Koel de verbrande huid: met een natte doek, bad of zachte douche – zorg dat het water kouder dan lauw is.
+ Dep je huid zachtjes droog in plaats van te wrijven.
+ Zorg voor lichte, luchtige niet-schurende en niet-knellende kledij.
+ Laat eventuele blaren heel, want als ze opengaan kan er een infectie optreden. Meestal helen ze vanzelf.
+ Gebruik indien nodig een pijnstiller tegen de pijn (bijvoorbeeld paracetamol).
+ Blijf als je last hebt van hoofdpijn binnen, in een koele ruimte en zorg ervoor dat je genoeg drinkt.
+ Blijf bij grote schade zeker een week uit de zon, zodat de huid kan herstellen.
Don’ts
- Vermijd de zon zo lang de huid rood is, bij lichte verbranding minimaal 3 dagen (langer is beter!).
- Vermijd onderkoeling (geen ijs zonder beschermlaag op de huid leggen).
- Vermijd vettige en olieachtige producten, want die kunnen ervoor zorgen dat de huid niet kan koelen, waardoor
de verbranding alleen maar erger kan worden.
Raadpleeg de huisarts als je veel blaren hebt, als een groot deel van de huid gezwollen is of als je te maken krijgt met ziekteverschijnselen, zoals koorts, koude rillingen, duizeligheid, braken, misselijkheid, hoofdpijn of hartkloppingen.
teksten kunnen zonder toestemming worden overgenomen mits met bronvermelding