Op cosmetische producten moet de houdbaarheid worden vermeld. Gedurende deze periode behoudt het product zijn oorspronkelijke functie. Het voorkomt het gebruik van bedorven producten door consumenten.
Voor de aanduiding van de houdbaarheid zijn in de Cosmeticaverordening twee verschillende systemen opgenomen. Welk systeem gebruikt moet worden, is afhankelijk van de houdbaarheid na productie.
Als producten ongeopend dertig maanden of langer houdbaar zijn, dan moet de gebruiksperiode worden vermeld.
Is het product minder dan dertig maanden houdbaar vanaf productie, dan moet de houdbaarheidsdatum worden vermeld.
Houdbaarheidsdatum: het product is minder dan dertig maanden houdbaar
Producten die minder dan dertig maanden houdbaar zijn moeten een houdbaarheidsdatum of een aanwijzing waar deze datum op de verpakking te vinden is, hebben.
De datum of aanwijzing wordt voorafgegaan met de woorden ‘bij voorkeur te gebruiken vóór eind …’ of het zandlopersymbool.
De datum wordt aangegeven in de volgorde maand-jaar of dag-maand-jaar. Indien nodig worden de omstandigheden vermeld waaronder de aangegeven houdbaarheid kan worden gewaarborgd.
Het gebruik van het zandlopersymbool voorkomt dat verschillende talen op een etiket moeten worden gebruikt.
Houdbaarheidsperiode: het product is dertig maanden of langer houdbaar
Producten die dertig maanden of langer houdbaar zijn, hoeven geen houdbaarheidsdatum te vermelden, het mag wel. Indien de datum niet wordt vermeld, moet de periode worden aangegeven hoe lang het product na opening in oorspronkelijke functie kan worden gebruikt.
Hiervoor wordt het symbool van het geopende potje gebruikt, gevolgd door de aanduiding van de periode op de verpakking of etiket.
De periode wordt met het aantal maanden aangegeven: de letter ‘M’.
De aanduiding van de periode wordt vaak in het potje gezet.
Cosmetische producten die nog geschikt zijn voor gebruik (d.w.z. kan geen gezondheidsrisico opleveren) maar die niet meer worden verkocht door een verouderde formule of verpakking kunnen worden gedoneerd, hergebruikt, gerecycled of kunnen een andere vorm van herstel ondergaan (upcycling).
Een Nederlands voorbeeld hiervan is de samenwerking van cosmetische bedrijven met de stichting Look Good Feel Better. Deze stichting stelt alles in het werk om mensen met kanker te steunen bij hun uiterlijke verzorging. Zo organiseert Look Good Feel Better workshops waar deelnemers aan de slag gaan met huidverzorging en make-up. Want wie er goed uitziet, vóelt zich vaak ook beter. Ook krijgen ze nuttige tips en adviezen over wat te doen bij haarverlies. Cosmeticabedrijven leveren producten die gebruikt kunnen worden tijdens deze workshops en kunnen worden uitgedeeld. Hierbij kun je denken aan cosmetische producten zoals hydraterende crèmes, oogcrèmes, reinigingsproducten voor het gezicht, oog make up en lipproducten. Heel belangrijk zijn ook de oogpotloden, en wenkbrauwpotloden en -poeders. Daarnaast worden ook veel producten aan de voedselbank gedoneerd.
Ook voor de cosmetische industrie is duurzaamheid belangrijk (zie ook het platform CommitforOurPlanet) en worden duurzame doelstellingen vaak al meegenomen in het bedrijfsbeleid. Om een circulaire economie te stimuleren, zoals vastgesteld in de Green Deal, heeft de Europese Commissie een voorstel voor een Verordening inzake Ecodesign opgesteld. Dit voorstel, met als doelen het reduceren van de negatieve milieu impact van producten en het verbeteren het functioneren van de interne markt, wordt door onze sector ondersteund. Hieronder valt ook het aan banden leggen van onnodige vernietiging van onverkochte consumentenproducten.