De eigenschappen van een cosmetisch product worden bepaald door de ingrediënten waaruit het is samengesteld. De fabrikant selecteert bij de ontwikkeling van een cosmeticaproduct zorgvuldig de ingrediënten om de gewenste eigenschappen en uitstraling te krijgen.
Voordat een fabrikant een nieuw product gaat maken, beoordeelt hij het concept op de risico’s bij gebruik. Pas als het concept veilig wordt bevonden, zal begonnen worden met produceren. Verder let de formuleerder erop of de gebruikte ingrediënten wel met elkaar verenigbaar zijn: vormt de formulering een stabiele emulsie, reageren de verschillende stoffen niet met elkaar om ongewenste nieuwe stoffen te vormen, et cetera. In eerste instantie zal er een proefbatch van product worden gemaakt om te kijken of het uiteindelijke resultaat overeenkomt met het gewenste concept. Alleen als het resultaat voldoet aan de wensen van de fabrikant en aan alle veiligheidseisen, zal het product geproduceerd en gelanceerd worden en kan de consument genieten van de werking.
Voor veiligheidsonderzoek moeten producten en ingrediënten worden getest. Het is voor cosmetica verboden om deze testen op dieren uit te voeren. De cosmetica-industrie investeert daarom veel in de ontwikkeling van alternatieven voor dierproeven.
De cosmetica-industrie heeft stappen ondernomen om de inkoop van ingrediënten en grondstoffen duurzamer te maken. Zo maken steeds meer bedrijven gebruik van:
Meer specifieke voorbeelden kunt u teruglezen op steedsduurzamer.nl.